Moki Last
Kunstenares, Docent, Reiziger & Moeder, is in 1955 geboren te Brunssum, Nederland.
Afgestudeerd
1982, Lukas Prize in Keramiek, Koninklijke Academie in Kunst en Design in Den Bosch, Nederland.
Collecties
Musea, bedrijven en private kunstcollecties.
Exposities
Meer dan 200 exposities in galleries en musea.
Projecten
- Zijn gebaren zijn de wereldprocessen, 1996-1998
- Sjabono’s, 1998-2010
- Het water en de vulkaan, 1992-2001
- Vredesbanken, 2004
- Brieven naar huis, 2005-2007
- Keien langs het pad den levens, 2008
- Body & Soul, 2011
- Message in a Bottle / Hidden Messages, 2012-2016
- The Art of Dining, 2014
Boeken
- Moki Last, 2005
- Brieven naar Huis, 2008
- Rotsen in de Branding, 2008
- Eros & Tanatos, 2009
- Kracht en Stilte, 2013-2014
Films
Benieuwd naar Moki’s boek? Bekijk hier een online inkijkexemplaar en bestel het boek ‘Moki Last, Kracht en Stilte/Strength and Silence’.
MOKI LAST, de perfectie van het imperfecte
De werken van Moki Last stralen eenvoud en zuiverheid uit. Het zijn beelden die direct sympathie oproepen vanwege hun rust en herkenbaarheid. Vormen en kleuren zijn mild, en tijdloos. Volumes hebben steeds een menselijke maat. Pretentie en dogmatiek ontbreken. Haar vormen zijn nooit hoekig en rationeel. Hoewel Last in grote series werkt, blijft zij ver van standaardisatie. Haar werk oogt vloeiend en organisch en duidelijk zichtbaar met mensenhanden opgebouwd.
Last’s verwijzingen naar de natuur, naar menselijk sporen, naar het verstrijken van de tijd en naar vergankelijkheid zijn ook de esthetische principes van de Japanse Wabi-Sabi filosofie. Deze staan haaks op sommige Westerse stromingen zoals bijvoorbeeld het Modernisme met de gesloten doosvorm als metafoor, industrieel vervaardigde glimmende, strakke, koele en lichtgekleurde functionele materialen.
Objecten, ontstaan volgens het Wabi-Sabi principe gaan uit van de naar boven geopende schaal. Zij staan daarmee open naar de buitenwereld en zijn gemaakt van natuurlijke materialen als aarde, klei, hout, steen. Geen felle kleuren, maar gedempte donkere aardse tinten. Erosie, oneffenheden en barsten voegen in de loop der tijd kleur, betekenis en sfeer toe aan de voorwerpen. Zij dragen de sporen van het verstrijken van de tijd, van de seizoenen, van de cyclus van het leven.
Objecten gemaakt volgens dit principe zijn kleinschaliger, in harmonie met hun omgeving en primair bedoeld voor het private domein. Zij relativeren het hedendaagse en zijn niet gebouwd volgens rationele modulen, maar handgemaakt en uniek. Zij ogen tijdloos en winnen aan zeggingskracht met het verstrijken van de tijd.
Moki Last lijkt onbewust vanuit deze principes te werken. Haar werk oogt toegankelijk en vanzelfsprekend, maar altijd is er een diepere betekenis. Zij lijkt de beschouwer gerust te willen stellen door tijdloze uitstraling, raffinement, subtiliteit en verstilde schoonheid.
Haar open vaasvormen herinneren ons aan prehistorische vormen die van elementair belang waren om te overleven doordat er voedsel en water in bewaard kon worden. De opbouw van haar objecten is zo basaal mogelijk: met rolletjes klei bouwt zij haar werk op. Door het stapelen van de rolletjes ontstaan ritmische beeldelementen. Hierdoor oogt haar werk organisch gegroeid met altijd een menselijke toets. Soms zijn de rolletjes ongeveer van gelijke grootte, soms wordt ook met deze maatvoering een visueel spel gespeeld door grotere vormen te combineren met kleinere of door openingen en gaten toe te laten of toe te voegen. De dunne rolletjes zouden volgens Last ook gebaren van mensen kunnen zijn en de verbindende grotere rollen een soort verstrengelingen. Dit is al duidelijk in de serie Zijn gebaren zijn de wereldprocessen die tussen 1996 en 1998 is ontstaan. Zij symboliseert de onontkoombare wereldse processen en dat wat er nog meer is dan het direct zichtbare. Het ontzag voor het grotere geheel, het geheimzinnige van het leven en de natuur, het moeilijk benoembare alles omvattende dat bij andere culturen explicieter wordt beleefd en gerespecteerd.
Last pakt de nog zachte vorm een keer vast en drukt die tegen haar lichaam, zoals bij de serie Body & Soul (2011). Hierdoor zit in alle seriematige werken een individuele, eigenzinnige duw of draai. Alles is het directe gevolg van het temperament van het moment. Bij de grotere sculpturen is het een omarming en soms bijna een lijf aan lijf gevecht tussen het lichaam van de kunstenares en de stugge massa van de materie die zich niet zomaar gewonnen geeft en laat deformeren. Daarbij sneuvelen letterlijk sculpturen die hiertegen niet bestand zijn. In feite zijn veel werken van Last letterlijk Body & Soul. De meest heftige vorm van deze fysieke werkwijze is de serie Met Voeten Getreden (2010). Zorgvuldig vormgegeven zwarte beelden werden bijna gewelddadig en uit frustratie over onrecht met de voet in elkaar gestampt en getrapt. Ze lijken stille getuigen van een gewonnen veldslag.
In haar steeds wisselende installaties worden vaasvormen niet alleen verticaal, maar ook horizontaal getoond. Dit is goed te zien in de serie Daar waar het landschap vervaagt zwemt de grijze Walvis uit 2004. Last wil met dit werk het gevoel dat het woord walvis oproept uitbeelden. Stilte, ijlheid en een milde zachte afstand in een grijzige zee. De zwaarmoedige poëtische titel lijkt in contrast te staan met haar spontane, impulsieve manier van werken.
Moki Last werkt altijd in samenhangende series, die pas achteraf in een groter geheel blijken te passen. Ze gaan eigenlijk langzaam in elkaar over en groeien dan uit tot reeksen nieuwe vormen en kleuren. Van 2005 tot 2007 ontstond de meer ingetogen serie Brieven naar Huis. De kleinere werken pogen, ondanks het meer naar binnen gekeerde karakter, door het handschrift en de niet leesbare teksten een communicatie tot stand te brengen. In deze Brieven naar huis is een terugkerend beeldelement de gezeefdrukte hand van Fatima (de Hamsa), symbool tegen het kwade oog, gebruikt van India tot het Midden Oosten in hennaversieringen, muurhangers en juwelen. De hand staat ook voor kracht, macht en zegen. Hier neemt Last als thema de verbinding tussen Oost en West, waarbij het porselein en de kleur van het glazuur Japanse en Chinese beelden oproepen. De Hamsa vertegenwoordigt het Midden-Oosten. De schrifturen van Last belichamen het Westerse element.
De hand van Fatima zien we ook terug in de eerste werken uit de reeks Keien langs het Pad van het Leven (2008-2009). Deze keien zijn bakens voor de reiziger. Tijdens de reis wordt langzaam de hand letterlijk losgelaten. De keien hebben soms zacht gemaakte vormen en lijken een voorbode van de serie Met voeten Getreden. Hier is de kracht van het imperfecte zichtbaar gemaakt, zoals die ook in de natuur voorkomt.
Een belangrijk aspect is de compositie en plaatsing van objecten binnen haar installaties. Pas dan vallen de ideeën letterlijk op hun plaats en wordt de betekenis duidelijk evenals de kracht van de som der delen. De subtiele structuur- , kleur- en vormverschillen van elk afzonderlijk object zijn daarbij van cruciaal belang. Vanaf de series Het water en de vulkaan (2000) en Nepal (2002) wordt de reeks zelfs essentieel. In Hidden Messages (2012 – 2014) komt haar kracht tot uiting in een reeks van honderd hoge vaasvormen en daarin aangebrachte boodschappen voor de toekomst.
De huid is steeds een nadrukkelijk verleidend element. We zien duidelijke sporen van het maakproces: duimafdrukken die soms aan de binnenkant en soms aan de buitenkant zitten. Die omkering binnen-buiten is het sterkst voelbaar in de installatie Het water en de Vulkaan uit 2000. De mooiste opstelling van dit werk tot dusverre is ongetwijfeld die aan het raam van het Museum Mesdag in Den Haag tijdens een grote expositie van honderd werken van Moki Last in 2005. De ene helft van de vulkanen is aan de binnenkant geplaatst en de andere helft aan de tuinkant buiten als een spiegelbeeld. Dit werk handelt over leven en dood en over de onstuitbare kracht van de natuur, waar menselijk vernuft niet tegen opgewassen is. De lavastroom doodt en vernietigt alles wat op zijn weg komt, maar brengt later door zijn vruchtbare samenstelling nieuw leven. Het water wordt gesymboliseerd door de verschillende donkere en lichtere blauwe tinten van het glazuur.
De steenachtige kleuren zijn nooit identiek evenals de vormen en de huidstructuur zelf. Het gebruik van glazuur is gedoseerd. Op sommige werken lijkt het of het glazuur ontbreekt en de kleur van de klei zelf te zien is, maar schijn bedriegt. Altijd is er sprake van gebalanceerd kleurgebruik en glazuur. Behalve duimafdrukken zijn ook half uitgewiste sporen van schriftuur te zien. Het zijn echter onleesbare notities. Zij vormen de handtekening van de maakster en tezamen een soort dagboek en een menselijk element. De werken vragen om aangeraakt te worden.
In haar grote werken met Japans rijstpapier werkt Last op een vergelijkbare manier. De serie met als titel Shabono’s (2004) bestaat uit lichtgebogen poortachtige vormen van blauwgekleurde banen rijstpapier die eenvoudig los naar beneden hangen, zodat ook hier het materiaal recht gedaan wordt. De titel verwijst naar de symbolische afscheiding in groepshutten van een Indianenstam in het Amazonegebied. Je kunt elkaar niet zien, je hoort alles, maar je doet alsof je niets hoort uit respect voor je naaste. De Shabono’s lijken ook op de korte Japanse banen stof (noren) die als een symbolisch gordijn dienst doen. Je ziet elkaars gezicht niet, maar wel of er iemand aankomt. De kalligrafische oosters aandoende tekens die Last op de papierbanen heeft aangebracht, versterken de Aziatische connotatie, waarvan veel van haar werk doortrokken is. In de rijstpapieren boeken die Last maakt, zoals Het huis waarin ik woon (2006 – 2008) komt de thematiek van het huis als basis weer terug.
Het meest recente en ambitieuze project van Last is Hidden Messages, een sobere installatie van honderd grote zwart-wit gekleurde vaas- of potvormen. Zij fungeren als containers voor een niet materiële inhoud: een overgeleverde gedachte. Hier komen klei en rijstpapier samen. Het hele project is een Memento Mori (een gedenk te sterven). Ni conversus fueris et sicut puer factus… (If you do not turn back and become like a child…). Het beoogt geen traditionele Vanitas- achtige angstwekkende waarschuwing te zijn, maar meer een verzoening met het leven, dat waard is om geleefd te worden met een betekenis voor zowel het korte heden als de tijd daarna. Wij zijn allen sterfelijk en worstelen met de vraag: wat laten we na aan de tijd dat we er niet meer zijn. Honderd uitverkorenen mogen een boodschap achterlaten in de honderd potten, een wens, een gedachte, een gedicht, een document voor de overlevenden. De feitelijke boodschap blijft verborgen, ze is voelbaar, maar kan slechts gelezen worden door het breken van de pot. Een bericht voor de toekomst. Want er is altijd toekomst. De tabletten met de teksten van bij toeval gebakken klei van de Sumeriërs, Assyriërs en Babyloniërs bleven duizenden jaren bewaard. Ongetwijfeld hebben deze kleitabletten ook model gestaan voor de serie Brieven naar Huis van Last. De eeuwenoude tabletten behoren tot onze oudst bewaarde teksten, Ze lijken eeuwig, maar ze zijn broos en kwetsbaar en waren – zonder drastische museale maatregelen – op den duur vergaan. Ook de mens die vanaf zijn geboorte stervende is, is onderdeel van de cyclische dynamiek van de natuur. Die gedachte geeft rust en troost. Het grote project van Moki Last Hidden Messages speelt hier op in.
“ De natuur doet niets zonder doel. Ik loof haar en alles wat zij doet. Zij is zwijgzaam en wijs. Ze is sluw, maar met een goede reden. Zij heeft me hier gebracht en zal me ook weer wegvoeren.” (Goethe)
Paul Donker Duyvis
2012